Zachte heelmeesters maken stinkende wonden

Als een korst in een slecht doorbloed gebied verwijn je uit mijn geheugen

Het is niet mooi

Het is grouw en grijs en blauw en paars

En koud 

Een traag proces 

Zo traag dat de lelijke wond went 

En slechts  nog opvalt in nagedachtenis van hoe gaaf het ooit is geweest

Oxford blogs #1

Het is dinsdag avond 19:30. Ik zit achter mijn bureau met mijn tweede (grote) glas wijn sinds ik thuis ben en een grote kom pasta met fancy ingrediënten en fancy saladeblaadjes die evenals de Engelse alcohol buiten mijn budget zijn. Ik luister naar Goodbye my lover van James Blunt. Het is zo een avond. Voordat alle alarmbellen geluid worden: i) Het is NIET uit met mijn relatie, ii) Ik ben nog in staat om een degelijke maaltijd voor mezelf te koken, iii) Mijn maaltijd smaakt opmerkelijk goed.

Nu terug naar de negative vibes; Ik voel me eenzaam, en dat is volgens een podcast die ik deze week luisterde nog slechter dan 17 sigaretten roken per dag. Ik slaag er geheel niet in om mijn emoties te ordenen en heb geen idee waar ik in godsnaam aan ben begonnen. Ik voel wél weer, voor het eerst in lange, zeer lange tijd de behoefte om te schrijven.

Sinds drie weken ben ik naar Oxford verhuisd voor een stage bij een van de beste universiteiten ter wereld. De mensen die mij goed kennen weten waarschijnlijk dat ik gezegend met het “uitdagende” pakket dat ik redelijk goed ben in mijn studie -of doen alsof-, maar eigenlijk niet het gevoel heb dat mijn studie ook maar enigszins mijn passie is. Zoals zoveel 21e eeuwse studenten negeer ik dit onderbuik gevoel volledig en ben ik drie jaar geleden alsnog begonnen aan mijn researchmaster, inhoudende dat het overgrote deel van mijn master dient te bestaan uit het opdoen van relevante research ervaring. Aangezien ik niet weet wat mijn doel is in dit leven, klamp ik vaak lukraak vast aan een idee zodra het zich voordoet en ik inschat dat het mogelijk ergens goed voor kan zijn. De kans dat dat idee verandert in een beslissing neemt sterk toe naarmate het idee te presenteren is als iets dat meer dan één vliegen in één klap slaat. Ik wilde graag mijn masterdiploma halen omdat ik er nog maar 6 maanden van verwijderd was en zocht naar een onderwerp dat niet mijn strot uitkwam zoals de meeste onderwerpen binnen de biomedische wetenschappen. Je vraagt je misschien af hoe ik in hemelsnaam beland ben bij Oxford University met deze mindset, en dit vraag ik mijzelf óók dagelijks af. Het is om eerlijk te zijn zelfs een vrij zware last op mijn schouders en draagt absoluut bij aan hoe ik me nu voel.

Hoedanook, hoe ik daadwerkelijk in Oxford ben beland is niet meer dan een combinatie van het feit dat hier toevallig onderzoek werd gedaan naar lipid droplets -vet druppeltjes in cellen die ten grondslag liggen van vetzucht en andere welvaartsziekten maar die slecht onderzocht zijn waardoor bijna alles wat je vindt nieuw is en aanleiding geven tot het veranderen van de huidige biologie boeken- en het feit dat ik dacht Engeland handig zou zijn omdat ik hier aan mijn gesproken Engels kon werken. Tot mijn grote verbazing werd er gereageerd op mijn mailtje en een kleine anderhalve maand en heel veel administratiewerk later stapte ik in het vliegtuig. Alles achter gelaten in Amsterdam, helemaal klaar om een nieuwe start te maken, en best case scenario te ontdekken dat mijn initialen L.A.B. wel degelijk in de sterren stonden geschreven.

Maar daar zit ik dan achter mijn houten bureau met inmiddels mijn 3e glas wijn bijna leeg, het nog steeds koud hebbend, en luisterend naar de playlist “sad rocksongs – no really very sad” op Spotify. Waar ging het mis? Ging het ergens mis? Am I overreacting? Overreacting to what?

Het lastige is dat ik het antwoord niet weet omdat mijn hoofd zowel heel goed is in negatief denken als in relativeren. Ik heb deze week zelf een experiment georganiseerd met 11 condities en heb geen enkele fout gemaakt tijdens de uitvoering ervan, ik zou trots op mezelf moeten zijn maar toch is dat gevoel overschaduwd door ongeluk. Er is niks concreets gebeurd behalve dat de dag eindigde met een gesprek met de PI (hoofd van onze groep) en mijn dagelijkse begeleider over iets waar zij duidelijk meer van snapten en wilden snappen dan ik. Om een of andere reden heeft het me boos en verdrietig gemaakt en achtergelaten met een sterk gevoel van niet wetendheid wat ik hier doe. Onderweg naar huis raakte ik daarbovenop ook nog in paniek omdat het koud was en ik me realiseerde dat het alleen nog maar kouder zal worden in de maanden gedurende mijn tijd hier en er hier niemand is om mij warm te houden. Noch met fysieke warmte, noch met intellectuele of wetenschappelijke kennisvergaring, want dat laatste lijkt alleen voor pur sang Oxford studenten de wetten van de thermodynamica te breken.

#Zuurkoolstress

Daar waar kerst in Nederland meestal neerkomt op gourmetten met de familie, of in het betere geval diner met kookboek-gerechten en mooi servies, wordt de kerst in sommige landen veel strikter traditioneel gevierd. Als jullie enige echte half-Oostblokker zal ik jullie in lichte parodie vertellen hoe het er in Slowakije aan toe gaat.

In Slowakije doet het gehele land met kerst hetzelfde, dat al jaren lang en ieder jaar weer. Kerst begint  de 24e met kerstavond en hoewel deze avond voor de kinderen vooral in het teken staat van de cadeautjes – welke volgens de traditie na het diner onder de kerstboom gedumpt door babyjezus hemzelve – staat deze avond voor de oma en haar volwassen kroost in het teken van de karper en de zuurkoolsoep. Rond de kerstdagen eet namelijk heel Slowakije massaal zuurkoolsoep, en op kerstavond gefrituurde karper met aardappelsalade. Naast dat dit raar en wellicht zelfs onappetijtelijk klinkt, is het ook nog eens onhandig. En dit wel omdat het hele land opeens dezelfde boodschappen nodig heeft welke je – mits je een beetje chique bent-  niet bij de buurtsuper haalt. Bij de zuurkool gaat het al fout; de ene zuurkool is immers de andere niet en iedere èchte oma heeft zo haar eigen zuurkool adres. In de praktijk komt dit neer op een oud mevrouwtje die zelf natuurlijk ook gewoon kerst wil vieren en daarom s’ ochtends vroeg, op=op met haar houten ton zuurkool op de markt staat. Je begrijpt dat dit voor een keten van stress zorgt want indien je niet de juiste zuurkool scoort raakt je eigen oma weer in paniek een onjuiste zuurkool haar saaie seniorenleven zo heftig kan opschudden dat je er de hele kerst nog over zult horen. Maar daar houdt het niet op. De bijzondere zoetwatervis ‘de karper’ dient namelijk ook zo vers mogelijk te zijn; dit met als gevolg dat alle mannen in Slowakije de 23e – uiteraard ook bij de beste viskweker – in de rij staan om een vis te bemachtigen. De rij-vermijdende enkeling die de karper eerder al in huis haalt dient de vis vervolgens in de badkuip te laten rondzwemmen tot het moment van consumptie. Aan de ene kant een feest voor de kinderen en best wel grappig, maar je vrouw moet het maar tolereren… Op tweede kerstdag eten men kalkoen, ook deze moet ergens gehaald worden (gelukkig mag deze ook ingevroren zijn) en bij voorkeur zo groot mogelijk. Met een beetje geluk is het beest op tijd ontdooid en past het nėt in de oven.  Als je pech hebt past het beest echter net niét in de oven en sta je samen met je oma met een hakbijl in de keuken de poten van de megakip af te hakken. Dit gevolgd door een borrel, of twee… Na de kalkoen wordt gelukkig niet meer zo moeilijk gedaan over het menu en worden vaak de restjes zuurkoolsoep en kalkoen opgegeten of ga je op visite bij een verdere tak van de familie. Na de 26e  is het afwachten tot de winkels de volgende dag eindelijk weer open mogen (de overheid deelt boetes uit aan supermarkten als ze eerder opengaan) en je weer mag eten wat je wilt. Mocht je je nu afvragen of al dit kerstgedoe het waard is? En of het rare kerstmenu überhaupt lekker is? Wat betreft de vis, zal ik zeggen dat die is lekkerder dan hij klinkt. Maar op het feit na dat in badkamers rondzwemmende karpers hilarische scenes opleveren in de nationale kerstklassiekers, is dat het ook eigenlijk wel. Graag wil ik wel een shoutout voor de zuurkoolsoep (een rijke soep gevuld met milde zuurkool, vlees, pruimen en paddestoelen) en dan specifiek die van mijn oma, want deze is de zuurkoolstress absoluut waard.

 

Louise Buijs

Uitzichtloos

 

Uitzichtloos

Wil ik dat het lot mij leidt

Maar niet om te leiden onder een lot

dat zal vervallen in een sleur

geen optie aan de horizon die meer roert dan de horizon zelf

zo duister is het nu allemaal even

behalve uitzicht heb ik alles in dit leven

 

 

 

 

 

 

 

Uitzichtloos

wacht ik tot het lot mij leidt

ver weg van een toekomst leidend onder het lot sleur

de opties aan mijn horizon tippen er niet aan

om domweg die richting uit te varen op een regenachtige dag

en na 6317 km varen terug te komen

zonder een stap verder te zijn

 

 

Roadtrip Franse westkust

Ik ben er klaar mee. Tis mooi geweest. Kou, wind, buikpijn. Ik wil naar huis. Naar Amsterdam. De stad van mijn hart waar het weer misschien ook wel slecht is, maar waar ik tenminste wel vijf jassen aan de kapstok heb hangen en een la vol sokken. Ik wil naar mijn lieve vriend. In zijn warme armen kruipen in mijn bed dat naar wasmiddel ruikt. Ik wil naar mijn koelkast toe en de verrotte halve nectarine die ik voor vertrek was vergeten opruimen. Mijn koelkast daarna gebruiken om kwark in koud te houden en ijs in te bewaren en dat samen op te eten in bed. Ja dat wil ik, twee dagen lang nietsen met de man van wie ik hou. In mijn fijne fijne bedje dat zich slechts 5 seconden van de wc bevindt en genieten van de luxe snachts te kunnen plassen in plaats van in de tent mijn plas ophouden tot een moment dat het niet meer vriest en ik moed verzamel om mijn schoenen aan te doen en de vochtige tent open te ritsen. Ik verlang naar mijn badkamer en naar schone handdoeken. Naar samen in bad gaan  om vervolgens weer samen in bed te kruipen. En ik verlang naar het moment dat ik herstel van deze reis en weer fris de rest van mijn leven in Amsterdam kan oppakken.

Bratislava

Bratislava

Een stad met kasteel en rivier

en corruptie

Waar drie auto’s per gezin de norm is en tevens drie euro minimumloon heerst

Waar bier in een kroeg minder kost dan water

En eiwitrepen op het snack menu staan tussen de hotdogs

Waar je brood met spek en rauwe ui als borrelhapje vindt

En waar de go-to vega optie gefrituurde kaas is met frietjes

Waar vlees in supermarkten goedkoper is dan sojamelk

En massa veeteelt is verboden

Een stad met zeven winkelcentra en de achtste reeds in aanbouw

Terwijl geld voor onderhoud van wegen en het opknappen van oude communistische flats, ontbreekt

De ziekenhuizen zien eruit alsof ze in storten

Maar als patiënt word je uitgebreid onderzocht en serieuzer genomen dan thuis

Ik snap deze stad niet

Amsterdam snap ik beter

 

Louise Buijs